In november kwam de Groningse sterrenkundige Peter Barthel in het nieuws met zijn “Sinterklaaspapieronderzoek”. Hij had op een aantal plekken sinterklaas-cadeaupapier gekocht en gekeken naar de afbeelding van de maan op het papier. Veel van dit inpakpapier, ontdekte Barthel in zijn mini-onderzoekje, laat een verkeerde maan zien, namelijk een ochtendsikkeltje in de avond. Hij schreef hierover een artikel in het tijdschrift“Communicating Astronomy with the Public”, iets heel anders dan de tijdschrijften waarin hij normaal zijn wetenschappelijke ontdekkingen publiceert. Pauw en Witteman nodigden de creatieve sterrenkundige uit in hun show op sinterklaasavond, waar hij uitlegde waarom een maansikkel ‘s ochtends de andere kant op wijst dan ‘s avonds. Pure wetenschap, maar Barthel gaf er een leuke draai aan door het te koppelen aan Sinterklaas. Door zijn ludieke actie was er veel aandacht in de media voor astronomie, maar wel met een knipoog.
Te makkelijk
Maar ondanks brede media-aandacht waren commentaren op internet niet van de lucht: “Kunnen die onderzoekers ons belastinggeld niet beter gebruiken!”. “Heeft die meneer daar zo lang voor gestudeerd!” en honderden andere reacties die ik hier liever niet herhaal (lees ze bijvoorbeeld hier, als je durft). Het was duidelijk: het publiek zat niet te wachten op ludiek onderzoek, het was té makkelijk. Ook andere onderzoekers zoals sociaal-psychologen, krijgen vergelijkbaar commentaar op te “simpel” onderzoek. Men vindt vaak dat sociaal-psychologisch onderzoek slechts open deuren intrapt. Nou lijkt dat soms ook zo te zijn, maar veel van ons menselijk gedrag is wel degelijk beter in kaart gebracht door dit soort onderzoek. Maar slechts de aansprekende voorbeelden halen het nieuws, zoals onderzoek dat met man/vrouw verschillen, partnerkeuze en seks te maken heeft. Ook op die berichten komen sceptische reacties als “Dat hadden we zonder die professor ook wel geweten!”.
Maar ondanks brede media-aandacht waren commentaren op internet niet van de lucht: “Kunnen die onderzoekers ons belastinggeld niet beter gebruiken!”. “Heeft die meneer daar zo lang voor gestudeerd!” en honderden andere reacties die ik hier liever niet herhaal (lees ze bijvoorbeeld hier, als je durft). Het was duidelijk: het publiek zat niet te wachten op ludiek onderzoek, het was té makkelijk. Ook andere onderzoekers zoals sociaal-psychologen, krijgen vergelijkbaar commentaar op te “simpel” onderzoek. Men vindt vaak dat sociaal-psychologisch onderzoek slechts open deuren intrapt. Nou lijkt dat soms ook zo te zijn, maar veel van ons menselijk gedrag is wel degelijk beter in kaart gebracht door dit soort onderzoek. Maar slechts de aansprekende voorbeelden halen het nieuws, zoals onderzoek dat met man/vrouw verschillen, partnerkeuze en seks te maken heeft. Ook op die berichten komen sceptische reacties als “Dat hadden we zonder die professor ook wel geweten!”.
Te moeilijk
Maar, het moet vooral ook niet te moeilijk worden. Terwijl de populaire media massaal hetzelfde onderzoek belichten dat grappig is, makkelijk uit te leggen, of een duidelijk eindproduct heeft opgeleverd, wordt fundamenteel onderzoek steeds meer op de achtergrond gedrukt. Dat is namelijk niet in 200 woorden of in soundbites van 2 minuten in een talkshow uit te leggen. Er is nog geen medicijn gevonden? Niet interessant voor de massa. Te fundamenteel? Snappen we toch niet. Marcel Hulspas schreef hierover in De Pers: “Met z’n allen lekker dom doen. “Ook al worden in praatprogramma’s op TV de meest subtiele politieke dilemma’s besproken” (waar veel kijkers geen boodschap aan zullen hebben), zo schrijft hij , “wordt het niveau van de wetenschap teruggeschroefd naar ergens onder het Jeugdjournaal”. Dit staat een inhoudelijke discussie in de weg, want nadat de onderzoeker in drie korte zinnen zijn onderwerp wéér heeft uitgelegd, is de tijd om. Terwijl begrippen als hypotheekrenteaftrek en omvallende banken zonder blikken of blozen worden behandeld, moet iedere keer weer uitgelegd worden wat dat DNA nou precies is en dat ons lichaam uit kleine onderdeeltjes bestaat die cellen heten.
Maar, het moet vooral ook niet te moeilijk worden. Terwijl de populaire media massaal hetzelfde onderzoek belichten dat grappig is, makkelijk uit te leggen, of een duidelijk eindproduct heeft opgeleverd, wordt fundamenteel onderzoek steeds meer op de achtergrond gedrukt. Dat is namelijk niet in 200 woorden of in soundbites van 2 minuten in een talkshow uit te leggen. Er is nog geen medicijn gevonden? Niet interessant voor de massa. Te fundamenteel? Snappen we toch niet. Marcel Hulspas schreef hierover in De Pers: “Met z’n allen lekker dom doen. “Ook al worden in praatprogramma’s op TV de meest subtiele politieke dilemma’s besproken” (waar veel kijkers geen boodschap aan zullen hebben), zo schrijft hij , “wordt het niveau van de wetenschap teruggeschroefd naar ergens onder het Jeugdjournaal”. Dit staat een inhoudelijke discussie in de weg, want nadat de onderzoeker in drie korte zinnen zijn onderwerp wéér heeft uitgelegd, is de tijd om. Terwijl begrippen als hypotheekrenteaftrek en omvallende banken zonder blikken of blozen worden behandeld, moet iedere keer weer uitgelegd worden wat dat DNA nou precies is en dat ons lichaam uit kleine onderdeeltjes bestaat die cellen heten.
SIM of DNA?
In tijden dat iedereen weet hoe een smartphone werkt en wat een SIM-kaart is, vind ik het op zijn minst opmerkelijk dat het geen algemene kennis mág zijn dat ons lichaam uit cellen bestaat en dat DNA ons genetische materiaal bevat. Helaas blijven talkshowhosts stug hun naïviteit bewaren en doen alsof ze er helemaal niets van snappen. Met uitspraken als “ik weet nauwelijks wat ik zeg” (bij 5:00) en “ik begrijp er niet veel van” (bij 6:20) probeert Mattijs van Nieuwkerk zijn kijkers te laten merken dat hij het ook allemaal razend moeilijk vindt. Want de politiek doorgronden is belangrijk, maar wetenschap snappen is niet cool.
In tijden dat iedereen weet hoe een smartphone werkt en wat een SIM-kaart is, vind ik het op zijn minst opmerkelijk dat het geen algemene kennis mág zijn dat ons lichaam uit cellen bestaat en dat DNA ons genetische materiaal bevat. Helaas blijven talkshowhosts stug hun naïviteit bewaren en doen alsof ze er helemaal niets van snappen. Met uitspraken als “ik weet nauwelijks wat ik zeg” (bij 5:00) en “ik begrijp er niet veel van” (bij 6:20) probeert Mattijs van Nieuwkerk zijn kijkers te laten merken dat hij het ook allemaal razend moeilijk vindt. Want de politiek doorgronden is belangrijk, maar wetenschap snappen is niet cool.
TV-makers van populaire talkshows lijken te denken dat de meeste wetenschap te moeilijk is voor de normale mens, en dus beginnen ze er maar niet aan. Gelukkig zijn er ook goede wetenschapsprogramma’s waar meer tijd genomen wordt voor een onderwerp, zoals Labyrint , Pavlov en Hoe?Zo! (radio). Ook zijn er zijn legio korte filmpjes over wetenschap te vinden op websites van bijvoorbeeld onderzoeksinstituten, waar onderzoekers soms zélf het initiatief hebben genomen om hun onderzoek uit te leggen (zoals FastFacts). Dat kunnen ze namelijk best wel, en vaak zelfs beter zonder dat er een presentator bij zit die doet alsof hij het niet snapt. Als in populaire talkshows op een meer volwassen manier met wetenschap wordt omgegaan, is er nog hoop dat het Nederlandse publiek fundamenteel onderzoek kan gaan begrijpen en waarderen, en niet alleen geconfronteerd wordt met te simpele wetenschap.
Dit artikel verscheen op Sciencepalooza en op de website van VK opinie, waar het veel reacties opriep. Wetenschapsjournalist Maarten Keulemans wijdde er een blog aan.