zaterdag 5 februari 2011

Sporten in een laboratorium

Er valt over te discussiëren, maar de meeste mensen zullen het er over eens zijn dat triathlon niet een heel technische sport is. Natuurlijk komt er wel wát techniek kijken bij lopen, fietsen en vooral zwemmen. Als je ooit eens een filmpje heb gezien van je eigen zwemslag zul je weten dat het er (hoogstwaarschijnlijk) niet uitziet zoals Pieter van den Hoogenband. Maar kijken naar dit soort filmpjes kan je wel leren een betere techniek te krijgen! 


Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat mensen een bepaalde beweging ook kunnen leren door naar die beweging te kijken. Je brein doet dan namelijk hetzelfde als wanneer je de beweging écht uitvoert – de hersencellen die de activiteit plannen zijn actief, de verbindingen tussen die cellen versterken zich en zo leer je. Dit proces heet observationeel leren en wordt veel toegepast om sporters beter te laten presteren. Het werkt echter alleen als je een beweging al kent – wanneer een triatleet een filmpje ziet van een complexe turnoefening zal je daarna nog steeds niet fatsoenlijk de flikflak op de brug kunnen uitvoeren. Kijken en doen versterken elkaar, maar kunnen niet afzonderlijk van elkaar gezien worden.


Voor een zeer technische sport als turnen, wordt het terugkijken van videobeelden veel gebruikt om turners hun oefeningen te laten perfectioneren. Maar de bewegingen van turners zijn soms zó snel, dat het moeilijk is deze vast te leggen met gewone camera’s. Recent is in Den Bosch een turnhal omgebouwd tot een sportlaboratorium. Hier wordt gebruik gemaakt van high-speed camera’s (die tot 16.000 beelden per seconde kunnen maken – in tegenstelling tot een gewone camera die er ongeveer 25 per seconde maakt). Door deze filmpjes vertraagd af te spelen kan de beweging tot in detail teruggezien worden en kan de turner precies zien op welk moment hij zijn rug iets beter moet strekken om een paar centimeter meer naar voren of achteren op het turntoestel terecht te komen.

Het is te betwijfelen of camera’s voor triatleten nuttig zijn om de sportprestaties te verhogen – maar een zwemtraining met (onderwater) filmploeg zou ons laten zien dat we echt niet zo goed zwemmen als Pieter van den Hoogenband.

Het onderzoek in de turnhallen was onderwerp van de uitzending van VPRO’s wetenschapsprogramma Labyrint op 21 december vorig jaar, en is terug te kijken via:

- Dit artikel verscheen in het Februari-nummer van de Tribune, het clubblad van GVAV Triathlon Groningen