De sportzomer komt deze maand op zijn hoogtepunt met de Olympische Spelen in Londen. Groningse economen voorspelden dat de Nederlandse ploeg goed zou moeten zijn voor maar liefst 8 gouden medailles. Na de tegenvallende resultaten bij het EK zou dat een opsteker zijn voor de Nederlandse sportliefhebber, maar ook voor de bedrijven die veel geld pompen in reclames rondom de evenementen. Want Albert Heijn, C1000 en andere supermarkten zitten nu nog met bakken oranje ellende in hun maag, die ze maar matig kwijt konden tijdens het voetbaltoernooi.
Minder voetbal
Dit jaar lanceerde Albert Heijn voor het eerst een campagne speciaal gericht opvrouwen. Want, vond AH, mannen kunnen wel zeggen dat ze meer van voetbal weten, maar misschien zijn vrouwen veel beter in het voorspellen van de wedstrijden. Of deze campagne succesvol is geweest vertelt het verhaal niet, maar feit is wel dat vrouwen veel minder voetbal (en sport in het algemeen) kijken dan mannen. Veel tv-zenders hebben dan ook tijdens deze sportzomer een speciale programmering voor vrouwen met veel series en romantische films, om deze kijkersgroep naar zich toe te trekken. Maar waarom kijken vrouwen eigenlijk zo weinig naar sport, terwijl ze zelf vaak wel aan sport doen?
Het idee was namelijk altijd dat als er meer vrouwen sport zouden gaan beoefenen, er ook meer vrouwen naar sport zouden gaan kijken. Maar alhoewel de afgelopen decennia steeds meer vrouwen deelnemen aan een (team)sport, blijft het vrouwelijk deel in de sportkijkers enorm achter. Waarom dat is, dat hebben onderzoekers uit Tennessee en Pennsylvania vorig jaar eens goed uitgezocht. Met een uitgebreide analyse van de literatuur en praatgroepen met vrouwen probeerden ze antwoord te krijgen op de vraag waarom vrouwen minder vaak sport kijken dan mannen.
Samen tijd doorbrengen
De meeste vrouwen in de praatgroepen keken wel eens sport, maar deden dat niet omdat ze graag sport willen zien, maar om graag tijd door willen brengen met hun partners en/of kinderen. Vrouwen zijn minder geneigd om sport te kijken puur als vrijetijdsbesteding, in tegenstelling tot mannen. En als ze dan sport kijken, dan liever een sport die in overzichtelijke tijdseenheden is opgebouwd zoals onderdelen van de Olympische spelen en kunstschaatsen, dingen die je tussendoor kunt kijken, in tegenstelling tot een voetbalwedstrijd die werkelijk een hele avond duurt. Vrouwen lijken sport meer te bekijken als het uitkomt en de rest van de (al dan niet huishoudelijke) taken klaar zijn, terwijl mannen er écht voor gaan zitten.
Dus, de simpele assumptie dat vrouwen meer sport gaan kijken als ze het ook meer doen, lijkt niet op te gaan, zeker niet in traditionele huishoudens waaruit het onderzoek voornamelijk bestond. De onderzoekers denken dat de veranderingen in de maatschappij, waardoor er meer eenpersoonshuishoudens van zowel mannen als vrouwen zijn, kan leiden tot een verandering in deze rolpatronen. Mannen zullen meer huishoudelijk werk doen en vrouwen kunnen meer eigen vrije tijd besteden, zonder familie.
Persoonlijk vind ik de conclusies wel erg rolbevestigend, en ik vraag me af of in Nederland de uitkomst van een dergelijk onderzoek hetzelfde zou zijn als in de VS. Maar ja, ik kijk ook nooit naar sport. Behalve naar het atletiek op de Olympische spelen. Dat duurt tenminste niet zo lang.
Dit artikel verscheen op sync.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten