Het toenemende lawaai in alsmaar voller wordende steden zou
ergernissen, slaapproblemen, oorsuizen en leerproblemen veroorzaken. Daarnaast
zou het ook tot hoge bloeddruk en hart-en-vaatproblemen kunnen leiden. Genoeg
redenen om naar een dorp te verhuizen waar je de vogeltjes nog wél hoort
fluiten.
Verrassenderwijs blijken niet alleen mensen last te hebben van
het lawaai, ook vogels moeten zich aanpassen aan geluiden in de stad. Om een
vrouwtje te bemachtigen, om een ander mannetje uit je territorium te jagen, werkelijk
voor alle vogelcommunicatie is kwetteren belangrijk. In een rumoerige stad kan
het echter knap lastig worden een vrouwtje te bemachtigen als er net een
vrachtwagen langsrijdt. Mensen gaan dan wat harder praten, maar de wikruingors,
een klein vogeltje uit Noord-Amerika heeft hier een veel slimmere oplossing
voor bedacht.
Luis Baptista, een vogelonderzoeker uit de VS, had in de
70’er jaren op verschillende plaatsen in San Francisco het gekwetter van deze
veel voorkomende vogeltjes opgenomen. Hij ontdekte drie dialecten: één in de
stad en twee daarbuiten. Een onderzoekster uit Louisiana, Elizabeth Derryberry,
herinnerde zich dit onderzoek en wilde weten of de vogeltjes door het
toenemende stadslawaai anders waren gaan zingen. Na een lange zoektocht vond ze
in 2003 de geluidsbanden terug. Ze bleken goed bewaard te zijn gebleven, wat
een schat aan informatie zou opleveren voor de onderzoekers.
Elizabeth bezocht vervolgens dezelfde plekken in de stad en nam
wederom het gezang van de vogeltjes op. Vervolgens vergeleek ze de toonhoogtes
van de oude en nieuwe liedjes en ontdekte dat de moderne vogelzang minder lage en
meer hoge tonen bevatte dan het ouderwetse deuntje. Ook waren de drie
verschillende dialecten gereduceerd tot twee: één in de stad en één daarbuiten.
Alleen bij het stadsdialect waren de tonen hoger geworden, wat volgens de
onderzoekers onder druk van het toenemende stadgeruis zou hebben plaatsgevonden.
Derryberry wilde meer weten van deze bijzondere aanpassing
van de witkruingorsen aan de stad. Met onderzoekers van het Smithsonian Migratory Bird Center in
Washington DC heeft ze nu de stadsgeluiden in San Franscisco geanalyseerd. Aan
de hand van het aantal auto’s dat de Golden Gate brug passeerde kwamen ze, niet
geheel onverwacht, tot de conclusie dat er tegenwoordig inderdaad meer
achtergrondruis is dan in de 70’er jaren. Dit geruis bestaat voornamelijk uit lagere
tonen, en dat zijn nu precies de tonen die ontbreken in het moderne gezang van
de witrkuingors! De vogels lijken dus hoger te zijn gaan kwetteren om de lage
tonen te overstemmen.
Maar nu de meest spannende vraag van het nieuwe onderzoek:
zouden de moderne vogels hun lager kwetterende voorouders nog kunnen verstaan?
Daarvoor zochten de onderzoekers de witkruingorsen op midden in San Francisco.
Gewapend met een iPod-shuffle met oude en nieuwe vogelgeluidjes en een speaker werden
20 mannelijke vogels aan hun experiment onderworpen.
Wat bleek: miscommunicatie alom. Vogels benaderden minder
snel de rivaal (in dit geval dus een speaker), en waren minder geneigd om terug
te kwetteren als de historische deuntjes werden afgespeeld. Kortom, de
witkruingorsen herkenden alleen de moderne geluiden als die van soortgenoten.
De historische geluiden lieten de vogels koud, het had net zo goed een andere
vogel kunnen zijn. In plaats van de stad te verlaten en naar het dorp te
trekken, blijft de witkruingors dus lekker in de stad en past zich aan door gewoon
een toontje lager te zingen.
Dit artikel verscheen in de Groene Amsterdammer voor Sciencepalooza
Geen opmerkingen:
Een reactie posten