Dit
is een column die volgende maand in de Tribune verschijnt, het clubblad van
Triathlonvereniging GVAV te Groningen. Door de actuele weersomstandigheden nu
al online.
Als ik dit schrijf zijn de
temperaturen gedaald tot flink onder het vriespunt en begint de schaatskoorts alweer
op te lopen. Het ijs is nog flinterdun, maar menigeen zal zich de komende dagen
op ondergelopen weilanden en later sloten en plassen gaan begeven. Ik wacht nog
even – na een ervaring met een nieuwe discipline in de triathlonsport, de “schaats-zwem”,
ben ik niet meer zo’n durfal. Tijdens iedere vorstperiode overlijden wel dappere
schaatsers die in het ijskoude water terecht komen. Maar hoe snel raak je
eigenlijk écht onderkoeld als je door het ijs zakt? Ikzelf was die ene keer na
maximaal 15 seconden weer op de kant, maar wat als het langer duurt? En hoe
kleed je je goed als het buiten koud is?
Eigenlijk zijn Nederlanders
niet goed snik, om als het binnen lekker warm is, naar buiten te gaan om ons in
de vrieskou op glad ijs te gaan begeven. Goede kleding kan helpen om
onderkoeling en bevriezing van ledematen (frostbites) te kunnen
voorkomen, zo zou ook een IJslands gezegde zijn: “Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding”. Kleding
isoleert doordat het een barriere vormt tussen de lucht en de huid, en de mate
van kledingisolatie wordt gemeten in de eenheid Clo. De Clo-waarde van zomerkleding is ongeveer 0.5, die
van gewone kleding ongeveer 1, en pool- en eskimokleding hebben een Clo-waarde van respectievelijk 3 en 4.
Iedere schaatser weet dat meerdere dunne laagjes kleding beter isoleren dan één
dikke laag, wat komt door de lucht die tussen de laagjes blijft zitten. Bij een
temperatuur van 0 graden Celcius kun je het in rust slechts 20 minuten
volhouden in “normale” kleding (1 clo),
en bij -10 graden slechts 15 minuten. Hoe actiever je bent, hoe minder isolatie
je nodig hebt, bij een middelmatige inspanning kun je met 1.5-2 Clo aan kleding een heel eind komen bij
-10 graden.
Maar dan: je zakt
door het ijs. Maakt het dan nog uit wat je aanhebt? En hoe snel moet je eruit
zijn en opwarmen, voor je lichaam blijvende schade oploopt? De eerste reactie
op koud water zal iedere buitenwaterzwemmer bekend voorkomen: een verhoogde
bloeddruk, en het happen naar adem, wat kan leiden tot hyperventilatie. Rustig
te water gaan kan deze cold shock
responses verminderen, maar dat is bij door het ijs zakken meestal geen optie.
Na een aantal minuten gaat deze eerste reactie over in het kleiner worden van
de bloedvaten (vasoconstrictie)
waardoor bloedtoevoer verminderd wordt en spierkramp kan optreden door een
ophoping van melkzuur in de spieren. Daarna treedt echte hypothermie op: het bloed wordt dikker omdat de nieren extra vocht
afscheiden, waardoor het hart harder moet gaan kloppen. Door verminderde doorbloeding
koelt nu ook de kern van het lichaam
af, en als dit daalt tot onder de 28 graden, kan er hartfalen optreden. Geen
fijne vooruitzichten, dus zorg ervoor dat je zo snel mogelijk het water weer
uitkomt.
Hoe snel deze processen
plaastvinden is afhankelijk van de watertemperatuur, je kleding en je postuur. Het
maakt uit dat je al goed ingepakt was voordat je door het ijs zakte. Bij een
watertemperatuur van 0 graden hou je het in zwemkleding slechts 2 minuten vol,
terwijl een goede laag kleding je 10 minuten kan beschermen en je de tijd geeft
om op het droge terecht te komen. Ook je postuur kan bijdragen aan het langere
overlevingstijd: mollige mensen houden het langer vol. Onderstaande figuur
geeft de overlevingstijd in water van 16 graden weer, maar je kunt je
voorstellen dat het effect van een mollig lijf bij lagere temperaturen vergelijkbaar
is.
Maar eigenlijk is er maar één goede
methode om onderkoeling te voorkomen: niet door het ijs zakken. Dus, wees
voorzichtig en schaats met beleid. Veel plezier!
Bron: document “Overleven voor Kanovaarders”, via de zeekanovereniging in Groningen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten