dinsdag 20 juli 2010

Transferrable skills

About being a writer, project coordinator and scientist

During a career as a scientist, you develop a lot of so-called 'transferable skills': not only do you learn how to do labwork, write and read papers, but also (sometimes without noticing) you learn how to lead projects, manage people, organize, teach, explain our research, and be creative and flexible. These transferable skills, and their importance, are becoming more prominent to me now I’m getting  involved in different things next to doing research.

First, I became a writer by for a popular science blog (sciencepalooza). I have always found writing in simple terms rather difficult, but after having written only a small number of blogs, I started to adapt to it. Now it takes me less and less time to get an idea, work it out and post it. Even during a busy conference, I found some time to write about interesting lectures...

Second, in participating in the Academische Jaarprijs with a team from our department, I have the task to be the coordinator of the project. I ended up being the contact person for the team-members participating and all secondary parties involved, and being responsible for keeping overview of the many different sub-projects we are doing. Because I wanted to be part of everything and keep an eye on all activities, the hours I was putting in were increasing and I was getting more and more stressed. So it was quickly learned that delegating jobs and trusting your team-members is actually the most important job of a project-coordinator.

Last but not least, I’m still a postdoc, so I have to keep my projects in the lab running (and actually working), to teach, to write grants, to visit conferences and to supervise students. To be able to do that there are two more very important skills I’m achieving more and more: multi-tasking and being efficient.

I think the experience I got as a scientist in the past 6 years, eg. to be flexible, to work together with different types of people (sometimes difficult ones) and to report about my work frequently made me able to adapt to these other functions quickly. So remember: if you doubt your skills at any point during your career, you probably have developed these skills already and it’s just a matter of refreshment!

- This blog was first posted on PCDI's community blog - 

donderdag 8 juli 2010

De hersenen en drugs – nieuws vanaf het FENS-forum (3)

Door steeds geavanceerdere technieken waarbij hersenactiviteit precies gemeten kan worden, wordt steeds meer duidelijk over wat de rol is van de hersenen bij complexe problemen zoals verslaving. Niet verwonderlijk dus dat op de meeting van de Federation of European Neuroscientists (FENS) verschillende sessies aan dit onderwerp gewijd worden. Zoals op dinsdag 6 juli, onder de titel “De neurobiologische factoren van drugsverslaving en terugval” waar onder anderen Dr. Yavin Shaham van het National Institute on Drug Abuse in Baltimore (VS) en Dr. Sabine Spijker van de Neuroscience Campus van de VU in Amsterdam hun resultaten presenteerden.

In hun onderzoek proberen Dr. Shaham en Dr. Spijker uit te vinden waarom het zo moeilijk is helemaal van een drugs- of alcoholverslaving af te komen, en hoe het komt dat mensen zelfs na jarenlange onthouding van drugs nog steeds kunnen terugvallen op hun oude gedrag.

Dr. Shaham deed onderzoek met aan cocaïne verslaafde ratten die zichzelf drugs konden toedienen als ze op een hendeltje duwden. Tegelijk kregen ze hierbij een lampje te zien, dit lampje werd dus positief geassocieerd met de drugs. Na een aantal maanden/weken moesten de ratten ‘cold-turkey’ afkicken, kortom, er gebeurde helemaal niets als ze op het hendeltje drukten, geen lampje en geen cocaïne. Na verschillende onthoudingsperiodes verscheen opeens wel weer het lampje als ze op het hendeltje drukten, maar geen drugs. Vreemd genoeg bleek dat hoe langer de onthoudingsperiode was, hoe vaker de ratten op het hendeltje drukten (artikel in Nature).

Dr. Shaham vergelijkt dit met ex-drugsverslaafden die na afkicken in de kliniek geheel ‘clean’ het gewone leven weer ingaan, maar vervolgens door de continue prikkels waar ze aan blootgesteld worden een grote kans hebben op terugval. Het was echter nog niet bekend dat de kans op terugval groter wordt na een langere onthoudingsperiode. Maar uit recent onderzoek van Dr. Shaham in samenwerking met een onderzoeksgroep in Chicago onder rokers blijkt dat ook bij mensen deze zogenaamde ‘incubatie van drugshunkering’ plaatsvindt.
De onderzoeksgroep van Dr. Spijker, in samen werking met Dr. Taco de Vries, ontdekte welk hersengebied betrokken is bij deze hunkering naar verslavende stoffen. Hiervoor gebruikten ze een techniek waarbij precies te zien is welke zenuwcellen actief worden bij blootstelling aan drugs en drugs-gerelateerde stimuli. Dit gebied is de ‘prefrontale cortex’, een gebied voorin de hersenen (artikel in Nature Neuroscience). Volgens Dr. Spijker is dit gebied enorm belangrijk voor zelf-controle bij hunkering, of, zoals zij zegt, zonder prefrontale cortex zouden we continu aan sex en goed eten denken. Uit hun onderzoek blijkt dat deze zeflcontrole wordt veroorzaakt door bepaalde eiwitten in dit hersengebied die de zenuwcellen (neuronen) omgeven en ze lijken te beschermen tegen drugs-gerelateerde stimuli. Na een langdurige verslavingsperiode is deze bescherming opgeheven, of in ieder geval sterk verminderd, waardoor de zenuwcellen sneller geactiveerd worden. Dit kan verklaren waarom je dus inderdaad nooit meer van een verslaving afkomt.

Het is opvallend dat deze processen niet afhankelijk zijn van het type drug. In proefdierstudies worden vergelijkbare resultaten verkregen met dieren die verslaafd waren geraakt aan cocaine, heroine, alcohol en zelfs suiker! Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek zouden dus betere/ andere behandelingsmethoden voor (ex)-drugsverslaafden kunnen voortkomen, en kan misschien meer inzicht verkregen worden in allerlei verslavingen en stoornissen, waaronder ook eetstoornissen en obesitas.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op wetenschapsblog Sciencepalooza

dinsdag 6 juli 2010

Nieuws vanaf het FENS-forum(2)


De bezoekers van het FENS-forum voor Europese Neurowetenschappen dat momenteel wordt gehouden in Amsterdam worden overladen met alles wat met hersenen te maken heeft. Maar wat doet een 1-cellig organisme als gist op dit hersen-congres…? Prof. Seth Grant van het Wellcome Trust Sanger Institute in Cambridge (UK) beweert dat er overeenkomsten zijn tussen ons brein en gistcellen. Daar moest ik maar eens naar gaan luisteren dan!

Onze miljarden hersencellen (zenuwen) staan allemaal met elkaar in verbinding om signalen te kunnen doorgeven, die onder andere belangrijk zijn om dingen te kunnen onthouden en te leren. De verbindingen tussen onze zenuwcellen, ‘synapsen’ geheten, zijn misschien wel de meest complexe structuren in ons lichaam. Toch zijn er maar zo’n 1500 eiwitten die zich in deze synapsen bevinden. Het lijkt logisch dat alleen organismen met hersenen deze eiwitten hebben, maar uit onderzoek is gebleken dat dat niet zo lijkt te zijn.

Seth Grant en zijn medewerkers onderzochten welke eiwitten precies in de synaps voorkomen. Vervolgens bekeken zij of andere organismen zoals muizen, fruitvliegjes en het eencellige organisme gist ook deze eiwitten hadden. Ze vonden dat zelfs 25% van deze eiwitten ook voorkomen in gistcellen die helemaal geen hersenen hebben. Wat moeten eencelligen dan met deze stoffen?

In gist bleken deze eiwitten functies te hebben die betrokken zijn bij het meest simpele ‘gedrag’ wat we kennen; de mogelijkheid van een organisme om zich aan te passen aan de omgeving. Ook gistcellen vertonen gedrag: zij verplaatsen zich van gebieden met weinig voedsel naar plaasten waar wel voedsel is en hebben een soort ‘geheugen’ voor deze plaatsen. De functie van deze eiwitten in zoogdieren is vergelijkbaar: ze zijn betrokken bij zogenaamd adaptief gedrag, dus het aanpassen aan de omgeving, en bij leergedrag.

Gedurende de evolutie zijn de eiwitten zelf niet echt veranderd, maar zijn het er meer geworden. Hoe meer ontwikkeld het organisme, hoe meer van deze ‘synaps-eiwitten’ het heeft en hoe complexer de synaps is. Dit leidde tot de ontwikkeling van complex gedrag zoals we dat in zoogdieren kennen. Professor Grant gebruikte zelf het voorbeeld van de swiss-army-knife, wat zijn verhaal prima illustreert: het eerste exemplaar is de gistcel, de middelste een fruitvlieg en wij mensen kunnen nog veel meer!

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op wetenschapsblog Sciencepalooza

maandag 5 juli 2010

Nieuws vanaf het FENS-forum (1)

Hot science news! Vers vanaf de tweejaarlijkse meeting van de Federation of European NeuroScience (FENS) die momenteel gehouden wordt in Amsterdam. Volg het via twitter: FENS2010.


Een kort berichtje over de eerste dag:

In maart schreef Monika al over lichtgevende tumoren als hulpje voor chirurgen. Kort samengevat is dit een truukje om kankercellen te kleuren met een fluorescent eiwit waardoor ze goed zichtbaar zijn in hun omgeving van gezonde cellen (in PNAS). Deze techniek is onder andere opgezet door Roger Tsien van de Universiteit van San Diego, die in 2008 een van de Nobelprijswinnaars was voor de ontdekking van het fluorescente molecuul  GFP.


Roger Tsien had de eer het congres te openen met de eerste special lecture. Helaas viel ik pas bij de laatste minuten binnen, waarbij ik toch nog net getuige kon zijn van filmpjes van operaties van de eerder genoemde fluoresencente tumoren in muizen. Tsien liet ziet hoe chirurgen door het snel aan-en-uitzetten van gewoon licht en fluorescent licht precies konden identificeren waar een tumor zich bevond. Zo kon het gezwel heel precies verwijderd worden zonder andere weefsels aan te tasten. Door een andere kleur toe te passen voor de zenuwen was nog beter te zien hoe voorzichtig men hiermee moest zijn.
Fluorescente eiwitten in mooie plaatjes en filmpjes doen het altijd goed voor lezingen, maar het is mooi om “live” te zien hoe fundamentale wetenschap hopelijk kan leiden tot betere behandeling voor kankerpatienten. Een mooie opening van een inspirerend congres!

Dit bericht is oorspronkelijk verschenen op wetenschapsblog Sciencepalooza