maandag 20 december 2010

Een opera van wormen

Kunstenaars en wetenschappers – het lijken twee uitersten. Kunstenaars zijn op een creatieve manier bezig om mooie dingen te maken en laten zien, terwijl wetenschappers hun dagen spenderen in donkere laboratoria of achter computers om de oorsprong van ons leven te ontrafelen. Toch is er meer overeenkomst dan je zou denken – ook om een succesvolle wetenschapper te worden heb je een flinke dosis creativiteit nodig. Daarbij zijn sommige onderzoeksresultaten ook echt mooi om te zien- zoals bijvoorbeeld plaatjes van allerlei biologisch weefsels die gekleurd zijn met fluorescente labels.

Vanuit de samenleving ontstaat steeds meer de behoefte om ingewikkelde wetenschappelijke ontdekkingen tastbaar te maken voor het grote publiek, en kunst kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Dat dachten ook de organisatoren van de Designers & Artists 4 Genomics Award (DA4GA); het Netherlands Genomics Initiative, het Centre for Society and Genomics en Waag Society. Zij reikten woensdag 8 december 3 prijzen uit aan kunstenaars die in samenwerking met wetenschappers op een bijzondere manier onderzoek konden presenteren (zie hier).

De prijs bedroeg 25.000 euro waarmee de drie kunstenaars hun voorstel mogen uitwerken, de winnende voorstellen zijn deze zomer in Naturalis in Leiden te zien. Naast een zichzelf-producerende kogelafwerende huid en een transparante twee-staps bioreactor was een van de winnende voorstellen gebaseerd op onderzoek naar een klein wormpje, Ceanorhabditis elegans. Deze rondworm van nog geen millimeter groot (zie plaatje bij dit artikel), ook mijn favoriete proefdiertje, is heel belangrijk gebleken in genetisch onderzoek.

In de 70’er jaren zijn wetenschappers begonnen met het bestuderen van dit wormpje. Niet omdat ze zo geïnteresseerd waren in de biologie van dit organisme, maar omdat ze het als “model” voor genetisch onderzoek wilden gebruiken. Tot die tijd gebruikte niemand nog meercellige organismen, maar was een bacteriofaag of bacterie het “proefkonijn” voor genetici. Door de C. elegans-pioniers is het mogelijk geworden complex gedrag en ontwikkeling te bestuderen in een levend, meercellig diertje. Nu, zo’n 40 jaar later is onderzoek met C. elegans heel succesvol gebleken: het was het eerste meercellige organisme waarvan de complete DNA-sequentie bepaald werd (in 1998), het heeft aan de basis gestaan voor 2 Nobelprijzen (in 2002 en 2006), en wordt veel gebruikt om menselijke ziektes te bestuderen.

Kleine DNA-foutjes kunnen leiden tot allerlei duidelijke afwijkingen in dit wormpje, zoals verminderde vruchtbaarheid, dikkere of dunnere wormen, een korter of langer leven en bewegingsafwijkingen. Op deze manier is de functie van veel genen ontrafeld, wat goed overeen bleek te komen met de functie van diezelfde genen in mensen. Eén van de winnaars van de DA4GA-award wil wormpjes met DNA-afwijkingen gebruiken om een muziekstuk te maken. Verschillende DNA-afwijkingen zorgen voor andere bewegingen, en de wormen produceren daardoor in de opstelling verschillende geluiden, als ware het een opera. De wormpjes zelf worden op een groot beeld weergegeven, met als resultaat een echte “microscopic opera”.
Tijdens het beluisteren en bekijken van de opera kunnen bezoekers zich dus verdiepen in een diertje wat in de geschiedenis van de genetica een enorm belangrijke rol heeft gespeeld, en ook nu veel gebruikt wordt voor het bestuderen van humane ziektes. Kortom, genetica en kunst gaan heel goed samen!

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op wetenschapsblog Sciencepalooza

zaterdag 11 december 2010

Zo gejetlagged als een hamster?

Een jetlag is niet de prettigste ervaring van een overzeese vliegreis. Sommige mensen kunnen er beter tegen dan anderen, maar bij iedereen raakt de biologische klok behoorlijk ontregeld. Vergelijkbare effecten treden op bij mensen die bijvoorbeeld vaak nachtdiensten werken. Wij, wetenschappers, reizen nogal eens naar andere continenten voor internationale congressen. Zo zit ik nu, terwijl ik dit schrijf, in de buurt van New York. En ook al ben ik al 4 dagen aan deze kant van de oceaan, mijn systeem is nog niet helemaal aan de tijdzone gewend. Tegen de tijd dat dat zover is, vlieg ik weer terug en heb ik in Nederland nog een week nodig om weer bij te komen. Dan is alles weer normaal – dacht ik.

Totdat er vorige week een studie naar de lange-termijn-effecten van een jetlag verscheen (in PlosOne). Een aantal onderzoekers uit Berkeley, Californie, bestudeerden “experimentele jetlags” in hamsters – ze gaven de diertjes een afwijkende licht-donker-cyclus die vergelijkbaar is met een tijdsverschil van 6 uur (precies Nederland – New York dus). Niet één keer, maar gedurende twee-weken werd hun klok iedere 3 dagen vooruit gezet – iets wat mensen ook behoorlijk van slag zou maken. Gedurende deze chronische “jetlag”-periode werden de beestjes onderworpen aan allerlei geheugen-testjes.

Dat de hamsters gedurende de jetlag slechter presteerden op deze testjes verbaasde niemand. De onderzoekers keken echter ook een maand na afloop van de jetlag naar de prestaties van de hamsters. Er bleek nog steeds een groot verschil te zijn tussen de ge-jetlagde hamsters en de dieren die in gewone licht-donker cyclus waren gebleven. Dit was wel verbazend, aangezien wordt aangenomen dat na een week een jetlag wel over is.

De onderzoekers probeerden ook uit te zoeken wat het achterliggende mechanisme hierachter is. Ze vonden dat er verschillen waren in het ontstaan van nieuwe zenuwcellen en nieuwe connecties in de hippocampus (neurogenese). Dit gedeelte van de hersenen is belangrijk bij leren en geheugen, en neurogenese lijkt het belangrijkste proces hierbij te zijn. Het was al eerder ontdekt dat chronisch slaaptekort dit proces kan beinvloeden (zie hier), maar lange-termijn-effecten waren nog niet eerder onderzocht.

Worden we dan echt dommer van een jetlag? Als dat zo is, wat doe ik dan aan de overkant van de oceaan om iets te leren op een congres? En zal echt de komende maand mijn onderzoek lijden onder dit korte bezoekje aan de VS, dat eigenlijk mijn onderzoek zou moeten stimuleren?

Maar misschien moeten we onszelf niet teveel met knaagdieren vergelijken, zeker niet met de Syrische hamsters die waren uitgekozen voor deze studie. Deze soort heeft een heel precieze biologische klok – de tijd van ovulatie bij vrouwtjes-hamsters kan bijvoorbeeld op 15 minuten exact voorspeld worden. Bij mensen is de biologische klok lang niet zo precies en misschien zijn we daarom minder gevoelig voor een jetlag dan hamsters. Maar dat een jetlag vervelend is, dat staat buiten kijf. Ik kan in ieder geval de komende maand, wetenschappelijk onderbouwd, mijn reisje naar de VS de schuld kan geven voor fouten die ik maak.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk op wetenschapsblog Sciencepalooza

zondag 5 december 2010

En na de training drinken we … warme chocolademelk?

Ofwel: “Chocolate Milk Consumption Following Endurance Exercise Affects Skeletal Muscle Protein Fractional Synthetic Rate and Intracellular Signaling” in “Medicine & Science in Sports & Exercise (2010)”

Extran, Aquarius, AA-drink – sporters vergrijpen zich aan allerlei (dure) sportdrankjes na trainingen en wedstrijden om vocht aan te vullen en het opgelopen suiker-tekort aan te vullen. De ingredienten van de deze drankjes zijn – volgens de fabrikanten – precies uitgebalanceerd voor optimaal herstel van de schade aan de spieren die is opgetreden tijdens de inspanning. Maar daarnaast zitten de drankjes vol met chemische kleur-en smaakstoffen die weinig goeds doen. Is sportdrank na een training echt wel nuttig?


Onderzoekers uit Connecticut vroegen zich dit af – aangezien andere voedingsmiddelen eigenlijk dezelfde voedingswaarden kunnen bevatten. En ze testten – chocolademelk. Aan het onderzoek deden 8 behoorlijk goed getrainde hardlopers mee, die allemaal 45 minuten op 65%  moesten trainen. Daarna kregen ze óf chocolademelk, óf een sportdrank met precies evenveel calorieën. Daarna werden gedurende 3 uur spier-biopsieen genomen en werd gekeken naar bepaalde stoffen die betrokken zijn bij spier-herstel. Het bleek dat bij de chocolademelk-drinkers de waarden van deze stoffen duidelijk hoger waren. Ook de glycogeen-voorraden in de spieren, die nodig zijn voor langdurige activiteit, waren bij hen sneller aangevuld dan bij de hardlopers die sportdrank hadden gedronken.

Of het de chocola, de suiker of de eiwitten in de melk zijn die deze positieve effecten veroorzaken is nog niet onderzocht. Maar het is wel een goedkoper (en naar mijn mening een smaakvoller) alternatief voor de mierzoete sportdrankjes die er bestaan. Misschien een nieuw idee voor het assortiment dranken in de kantine na de woensdagavond-training? 

- Dit artikel verscheen in het December-nummer van de Tribune, het clubblad van GVAV Triathlon Groningen -

woensdag 1 december 2010

New year resolutions

A new year is approaching rapidly, so it’s time for New Year resolutions. If any of yours sound like 'Finishing my PhD' or 'Finding a new postdoc', then take a minute to think about what kind of career you want to have. Will you continue along the obvious route of doing a post-doc, struggling to get grants and finding one of the scarce research positions at university, or will you step out of 'real science' and move into industry, policy-making, or something completely different?

If you’re in doubt about your future career, or if you’re curious about what else you could do with a PhD in the life sciences, a good thing you could do for 2011 is to register straightaway for PCDI's Postdoc Retreat. In just 3 days, you will get an almost complete overview of all the possible careers within and outside the academic world. You will meet 80 - 100 other PhD students and postdocs who have similar questions. You can attend workshops from qualified trainers who will show you how to give better presentations, how to discover your transferrable skills, and how to write that perfect grant- or job application. And you can enjoy talking to people with a PhD in the life sciences who followed diverse career paths after graduating.
Last year I attended the retreat and returned to work completely energized (read my report of the retreat). For me, those 3 days were a confirmation of something that I had only partly realized at that time: my future (heart?) did not lie in the academic world. In last year’s forum discussion about 'our impact on society', I realized that this was it: I wanted to have an impact on society MY way! And I knew that I had to take action to reach my goals.

Now, almost a year later, I have taken my first steps in a career in science communication: I started writing for a popular science blog (Sciencepalooza, see also here) and I took part in the Academische Jaarprijs, a competition for the translation of science to a broad audience (see www.genenkraken.nl and my blog entries about this subject).

By being active in these fields next to doing my postdoc work, people noticed that I was truly interested in a career in science communication. This has recently led to a job offer to carry out science-communication-activities for a new European research institute being built in Groningen. So from January onwards, I will be a postdoc for 50% of the time, and working in science communication for the other 50%. All this would not have happened if I had not decided to take charge of my career last year!

At Postdoc Retreat 2010, I was able to 'Put my career in perspective'. Will you do the same in 2011? Check out the retreat’s program for 2011, read the summary of last year’s retreat and sign up to find out that 'Your Future is Your Choice!'

- This blog was first posted on PCDI's community blog -