zaterdag 11 januari 2014

Té jonge topsporters: is dat wel gezond?

Deel 5 in de vragenrubriek van de Tribune - het Clubblad van GVAV Triathlon te Groningen

De vraag van deze maand komt van Nicky Del Grosso, moeder van twee sportieve jongens. Bodi en Tibor winnen wedstrijd na wedstrijd in het nationale wielercircuit en zijn beiden goede hardlopers (en daardoor prima duatleten). Nicky is natuurlijk trots op de prestaties van haar jongens maar ook enigszins bezorgd: is al dat sporten wel goed voor hun lichamelijke ontwikkeling?

We kennen allemaal wel de beelden van piepjonge turnmeisjes uit de voormalige Oostbloklanden, die werden gedrilld en gedrogeerd door hun te fanatieke trainers, en die er op hun 21e nog steeds uitzagen als 14. Dat dit niet goed is voor de ontwikkeling van een kind, lijkt me duidelijk, maar we mogen hopen dat dit soort praktijken in Nederland niet plaatsvinden. Aan de andere kant bewegen kinderen tegenwoordig eerder te weinig dan te veel, wat leidt tot ernstig overgewicht bij jonge kinderen, iets waar ze hun hele leven nooit meer vanaf zullen komen (of met zeer veel moeite). Het stimuleren van sporten bij kinderen is dus belangrijk om dit te voorkomen. Maar hoeveel sport is goed, en wat is teveel? En hoe jong is te jong om op een  competitief niveau mee te doen aan sport? Wat zegt de wetenschap daarover?

Aan de ene kant zijn er veel studies die laten zien dat sporten gedurende de jeugd een positief effect heeft op de botontwikkeling van kinderen: botten worden sterker en hebben een betere structuur dan die van kinderen die niet sporten (artikel). Maar, zoals vaker gebleken is uit deze rubriek is er nooit een eenduidig antwoord op degelijke vragen. En zoals ook vaker is beschreven: teveel is nooit goed, en dit geldt zeker voor kinderen. Overbelasting van botten door overmatig sporten kan leiden tot kleine haarscheurtjes in de botten, die zonder rust tot échte botbreuken kunnen leiden. Dit gebeurt ook bij volwassenen (helaas iets waar ik zelf over kan meepraten), maar heeft bij kinderen ernstiger gevolgen. Omdat bij kinderen de botten nog volop groeien kunnen de haarscheurtjes tot extra complicaties leiden, zoals ontstekingen van beenmerg en kraakbeenregio’s die nodig zijn voor de groei van botten. Dit veroorzaakt niet alleen veel pijn, maar mogelijk ook handicaps later in het leven. Redenen genoeg voor voorzichtigheid.

Het goede nieuws is dat deze overbelastingen relatief makkelijk te voorkomen zijn. In 2011 schreven een aantal artsen vanuit de National Athletic Trainers Association een aanbeveling voor trainers en artsen hoe zulke overtrainings-blessures voorkomen kunnen worden. Dit komt neer op een aantal voorspelbare handelingen: beter letten op vroege aanwijzingen van overbelasting, betere coaching, afwisseling van sporten, en tijdig stoppen als er aanwijzingen zijn voor overbelasting. Zeer logisch, maar door de aanbeveling wilden de artsen de trainers er nog eens extra op attenderen (hier).

Een jaar geleden rees er in de VS een discussie over twee zusjes van 10 en 12 jaar oud die aan marathons en zware off-road wedstrijden meededen (zie hier). Ze hadden talent: ze eindigden steevast in de top-3, niet alleen bij de jeugd, maar in het gehele deelnemersveld. De reacties op hun prestaties waren lang niet alleen maar positief, integendeel. Veel mensen vonden dat de prestaties van deze meiden vér overdreven waren, en dat dit hun ontwikkeling zou storen, wat te zien was aan hun magere en kleine postuur. De (fanatieke) ouders wierpen er tegenin dat ze inderdaad klein en mager zijn, maar (ook volgens artsen) niet té klein en té mager. Het onderscheid is echter moeilijk te maken, niemand weet hoe groot de meisjes zouden zijn zónder hun fanatieke hobby. Dit valt wetenschappelijk helaas ook niet goed te onderzoeken.

In de VS signaleren artsen dat er een steeds groter aandeel is van jonge kinderen in topsport, en ze waarschuwen ouders en trainers dat dit eigenlijk niet goed is voor hun groeiende lichamen. In Nederland zijn we nog niet zover; hier vinden de meeste ouders dat sport voor kinderen iets ‘leuks’ moet blijven en dat topsport voor later is. Maar net als andere hypes zullen we in Nederland niet lang achterblijven bij wat er aan de overkant van de oceaan gebeurt.

Kortom, ouders van sportende kinderen: geef je kinderen de ruimte om lekker te sporten en aan wedstrijden mee te doen, maar hou het binnen de perken. Kinderlichamen hebben naast voldoende beweging ook genoeg rust nodig om te kunnen groeien en ontwikkelen.