Het was in
augustus groot nieuws: in Leicester, Engeland, werd een skelet opgegraven dat
van de Engelse koning Richard III zou kunnen zijn. Nader onderzoek zou moeten
uitwijzen of dit hoopje botten inderdaad van hem was. Vorige week werd het
nieuws met veel tamtam onthuld:
het skelet was van Koning Richard III! Want “het DNA” was geanalyseerd, en als “het
DNA” klopt, dan is het zo!! Door de enorme media-coverage geloven nu álle
Britten dat je met DNA werkelijk álles kunt uitzoeken, zelfs de herkomst van
een hoopje botten. Historici maken zich nu al druk om een herbegrafenis van de
koning, maar wetenschappers hebben nog hun twijfels. Het bewijs dat het skelet inderdaad
van Richard III is, is nog niet rond. Ook zijn de resultaten nog niet
gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift en daarmee nog niet bevestigd
door andere wetenschappers.
Hard bewijs: DNA
Het gevonden
skelet vertoont een aantal afwijkingen die aan Richard III doen denken.
Shakespeare beschreef dat Richard III een bochel had, en inderdaad zit er in
het gevonden skelet een bocht in het ruggemerg. De gaten in de schedel zitten
op plaatsen waarvan bekend is dat Richard III daar oorlogswonden had opgelopen (zie
ook deze foto’s).
Ook is een reconstructie van het gezicht gemaakt, dat veel lijkt op portretten van
Richard III (zie hier) (alhoewel, er zijn meer mensen die lijken op
deze reconstructie, dat terzijde). Maar het échte bewijs zit hem volgens de onderzoekers in het DNA:
de archeologen isoleerden DNA uit het skelet. Via genealogisch onderzoek was
eerder een verre nazaat van Richard III gevonden, Michael Ibsen uit Londen. Het
lijkt zo simpel: vergelijk het DNA uit het skelet met het DNA van Ibsen, en als
het genoeg overeenkomt weet je dat het skelet van Richard III was - zo werd in de
media verkondigd. Maar zo simpel
ligt het in dit het geval niet.
Mitochondrieel DNA
Bij de
analyse is alleen gekeken naar mitochondrieel DNA. Het “gewone” DNA ligt in de kern van menselijke
cellen (genomisch DNA genoemd), maar
in de mitochondriën (de
energiefabriekjes van de cel) zit ook wat DNA. Iedere cel heeft maar één
celkern met daarin één kopie van het genomische DNA, maar in iedere cel zitten
vele mitochondriën en daarmee vele kopieën van het mitochondrieel DNA. De kans
dat je daar wat van terugvindt in een skelet van 500 jaar oud is groter dan bij
genomisch DNA. Ook is ál het mitochondriële DNA van een persoon van de moeder afkomstig.
Bij bevruchting worden het DNA van eicel en spermacel gecombineerd, zo zit er in
een celkern 50% DNA van de moeder en 50% van de vader. Spermacellen zijn echter
zo klein dat er geen mitochondriën in zitten, dus alle mitochondriën, en al het
mitochondriële DNA, komt van de moeder. Jouw mitochondriële DNA is hetzelfde
als dat van je moeder, haar moeder, haar moeder... Voor genealogisch onderzoek
is deze ‘maternale’ lijn ook bruikbaarder, omdat altijd zeker is wie iemands moeder
is, maar de vader is nogal eens onbekend. Omdat Ibsen via de maternale lijn afstamt
van Richard III, zou zijn mitochondriële DNA moeten overeenkomen met dat in het
skelet.
Twijfels
Voor de
wetenschappers waren de overeenkomsten in ieder geval groot genoeg om “beyond
reasonable doubt” te zeggen dat het skelet van Richard III was. Echter, uit
zo’n oud skelet komt maar weinig bruikbaar DNA. Daarnaast is er een grote natuurlijke
overeenkomst tussen mitochondrieel DNA van mensen, ook als die níet gerelateerd
zijn. In West-Europa is ongeveer 40% van het mitochondriële DNA van hetzelfde type
(haplogroep H) (zie
ook hier).
Daarom werd er een derde persoon geïntroduceerd: een verre nicht van Ibsen, met
hem verbonden via een maternale lijn. Ook haar mitochondriële DNA werd genalyseerd.
Als Ibsen, zijn nicht en het skelet veel mitochondrieel DNA van een in Engeland
zeldzame haplogroep hebben, maakt dat de analyse veel betrouwbaarder.
Maar: deze
analyses zijn nog niet af. De geneticus die het werk uitvoerde heeft nog slechts
een aantal fragmentjes bekeken. Ze zegt
dat ze liever het werk eerst helemaal had afgerond voordat het nieuws bekend
werd gemaakt, maar daar kreeg ze de tijd niet voor. Ook moeten de resultaten nog
opgestuurd worden naar een wetenschappelijk tijdschrift, waar andere
wetenschappers moeten en bepalen of de experimenten wel goed genoeg zijn
uitgevoerd. Maar tegen die tijd is de herbegrafenis van Richard III al lang geweest,
en is het idee dat je met DNA-analyse zo even bepaalt wie je voorouders waren
weer dieper geworteld. Terwijl een beetje terughoudendheid in dit geval wel
gepast was geweest.
Dit artikel verscheen op Volkskrant Opinie voor Sciencepalooza