zondag 9 september 2012

Drinken tijdens het hardlopen? Onzin, wacht maar tot je dorst hebt!


Tijdens een hardlooptraining op een warme zomeravond lagen meerdere flesjes water en sportdrank langs het trainingsrondje van 800 meter. Na iedere ronde werd daar gretig uit gedronken. Onzin, vond de trainer – door steeds maar te drinken zou het lichaam teveel wennen aan veel vocht, en zou je in een wedstrijd in de problemen komen als er maar weinig drinkposten zijn. Pas vanaf een training van 2 uur, vond hij, moet je vocht meenemen. Dit had hij gelezen in het vakblad voor hardlooptrainers, maar velen waren het niet met hem eens. Ik dook eens wat dieper in de literatuur en kan hem alleen maar gelijk geven.

Zowel het tijdschrift voor hardlooptrainers (ProLoop), als het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift British Medical Journal (BMJ) schreven deze zomer over dit onderwerp, met als conclusie: wacht maar met drinken tot je écht dorst hebt. Dat je moet drinken tijdens het sporten om “dehydratie” te voorkomen, wordt je aangepraat door de makers van sportdrankjes.

Het tijdschrift BMJ had, in het kader van de Olympische Spelen, een oproep gedaan aan artsen en medisch studenten om de wetenschappelijke literatuur over sportdranken en  voedingssupplementen eens goed te doorgronden. Het onderzoek naar het nut van sportdranken – en voeding is namelijk vaak niet echt onafhankelijk. Het idee over drinken tijdens het sporten is de afgelopen decennia radicaal veranderd. Toen in de 60’er jaren de eerste marathons werden georganiseerd werd atleten zelfs afgeraden te drinken tijdens het lopen, dit zou alleen maar tijd kosten en maag/darmproblemen tot gevolg hebben. In 1969 werd dit omvergegooid door een artikel waarin de relatie tussen dehydratie van snelle lopers en de kans op een zonnesteek beschreven werd. Er werd toen geconcludeerd dat een gewichtsverlies door vocht van meer dan 2% schadelijk zou zijn.

Echter, in de 60’er jaren werden op de marathon tijden gelopen waar men nu nog jaloers op kan zijn. Ook recentere voorbeelden, van bijvoorbeeld lopers die tijdens de Ramadan marathons wisten te winnen, laten zien dat je ook zonder veel vocht hard kunt lopen. Sommige professionele lopers kunnen wel tot 10% van hun gewicht aan vocht verliezen en alsnog een marathon winnen.

Maar kijk nu eens naar een plaatselijke amateurhardloopwedstrijd, en je ziet zelfs bij afstanden van 5 kilometer lopers met gordels met sportdrank. Dit zijn vooral de langzame lopers, die zo zeker geen vocht zullen verliezen tijdens de wedstrijd, maar alleen maar aankomen. Hebben die lopers al dat vocht écht nodig? Nee, zeggen de onderzoekers uit Oxford die in opdracht van BMJ de literatuur doorgrondden. Volgens hen is het “gevaar van dehydratie” ons aangepraat door de producenten van sportdrankjes. Er is nog nooit iemand overleden door dehydratie tijdens het sporten, echter, er zijn al wel 16 gevallen bekend van overlijden door over-hydratie (teveel drinken) tijdens het sporten, en meer dan 1600 ernstig zieken. Maar waarom lezen en horen we toch altijd dat je “moet drinken voor je dorst hebt”?

Door in de jaren ‘90 wetenschap te koppelen aan sportdranken, en top-atleten deze drankjes te laten promoten, is het grote publiek gaan geloven dat dehydratie gevaarlijk is en dat je lichaam niet zelf aan kan geven wanneer je moet drinken. In de Verenigde Staten is in 1996 een “guideline” uitgekomen over drinken tijdens het sporten. Deze is geschreven door de American College of Sports Medicine, die 4 jaar eerder een kwart miljoen dollar van Gatorade had ontvangen. De schrijvers van de guidelines waren ook allerminst onafhankelijk, de meesten hadden financiële banden met Gatorade, Coca-Cola (maakt Powerade) of GSK (maakt Lucozade). In 2007 werden deze guidelines enigszins aangepast, maar nog steeds was drinken, drinken, drinken het devies, en de regel dat meer dan 2% gewichtsverlies door vocht gevaarlijk zou zijn.

Wanneer producenten van sportdranken werden geconfronteerd met het gevaar van overhydratie, stelden zij dat dit kwam doordat mensen slechts water dronken, en het drinken van veel sportdranken (zie ook zouten en suikers bevatten) wel goed is. Hier is echter geen enkel bewijs voor. Door de agressieve marketing van sportdrankjes en de relatie met “sportief” en “gezondheid” hebben de mierzoete en calorie-rijke drankjes zelfs een gezond imago gekregen. Ook weinig actieve mensen en jonge kinderen drinken ze veelvuldig, en krijgen zo onnodig veel suikers en caloriën binnen.

Kortom, de gezondheids- en frisdrankenindustrie heeft ons een “ziekte” aangepraat die dehydratie heet, en die níet op te lossen is met water, maar met dure drankjes. Maar is er één dier dat drinkt voordat hij dorst heeft? En die dorst niet kan lessen met water? Het is goed dat een belangrijk wetenschappelijk tijdschrift met een dergelijk artikel komt, waarin de producenten van sportdrankjes er goed van langs krijgen. Nu nog alle amateurhardlopers zover krijgen dat ze zonder water gaan trainen, zoals ook het tijdschrift voor hardlooptrainers adviseert aan trainers. En na afloop een lekker glaasje water.

Bronnen:
- Het gevaar van watervergiftiging bij marathonlopers, Bernhard te Boekhorst, PRO LOOP, juli 2012
- The truth about sports drinks, BMJ July 2012: http://www.bmj.com/content/345/bmj.e4737

Dit artikel verscheen in de TRIbune, het clubblad van Triatlonvereniging GVAV in Groningen


1 opmerking:

  1. Dank Eva, goed stuk. Ik geef het ook even door aan Melchior Meijer wiens blog http://melchiormeijer.wordpress.com/ over voeding/sport ik geregeld lees,
    Marcel

    BeantwoordenVerwijderen