Vorig jaar maakte Ineke Molenaar een nare
val met de fiets. Ze brak daarbij zodanig haar elleboog dat er pennen in gezet
moesten worden. Toen de pennen er begin dit jaar uit mochten, hoopte ze weer
lekker te gaan sporten. Natuurlijk rustig beginnen, maar de hoop dit
wedstrijdseizoen weer mee te kunnen doen was er wel. Helaas ging het herstel
minder goed dan ze gehoopt/gewild had, vooral hardlopen ging eigenlijk alleen
maar moeilijker. Haar huisarts kon niets vinden, maar een sportarts
diagnostiseerde haar met ‘tegen overtraining aan’. Waarschijnlijk zijn er meer
triatleten die wel eens met overtraining te maken hebben gehad - volgens
Amerikaanse sportartsen krijgt 65% van de topsporters er op een moment in hun
carrière mee te maken (1).
Maar, overtraining is een vrij vaag
begrip, wat is het nou precies? En hoe stelt een arts die diagnose? Ineke, met
haar medische achtergrond, ging natuurlijk zelf op onderzoek uit, en vroeg me
samen een stukje hierover te schrijven.
Wat is overtraining
Overtraining krijg je, de naam zegt het
eigenlijk al, door te veel te trainen, en voornamelijk door te weinig rust
tussen de trainingen in te lassen. Hard trainen is nodig als je beter wilt
worden, dat weet iedereen, maar belangrijk is om je lijf de kans te geven te
herstellen vóór de volgende training. Wanneer dit niet gebeurt, zul je de
volgende training minder presteren en wordt je trainingscapaciteit minder.
Beide processen, zowel de supercompensatie als overtraining, worden in de
volgende grafieken weergegeven.
Bron: André Roozendaal;
Triathlon, van Theorie naar Praktijk.
Diagnose
Niet alleen bij Ineke, bij veel sporters
die overtraind zijn, duurt het vaak lang voordat de juiste diagnose wordt
gesteld. Dat komt omdat de symptomen nogal sluipend optreden, en daarbij
eigenlijk heel algemeen zijn: vermoeidheid, verlies aan spierkracht, spierpijn,
minder eetlust, hoofdpijn, dingen die net zo goed door een virusje veroorzaakt
kunnen worden. Maar bij overtraining treden ook vaak psychologische klachten op
zoals emotionele instabiliteit, depressie, verminderd concentratievermogen en
een verstoord slaapritme (heel veel of juist heel weinig slaap). Een huisarts
zal bij dergelijke klachten niet zo snel aan overtraining denken, een sportarts
(als het goed is) sneller.
Vaak wordt, als voor dergelijke vage
klachten geen oorzaak gevonden kan worden, bloed geprikt. Helaas geeft ook
bloed prikken niet snel uitsluitsel, want in tegenstelling tot bijvoorbeeld
bloedarmoede, wat je kunt zien door het meten van het ijzergehalte in het
bloed, is er niet echt een dergelijke duidelijke waarde (biomarker genoemd) die
aangeeft of iemand overtraind is of niet. De enige waarde die wel vaak
duidelijk verhoogd is, is van het hormoon cortisol.
Cortisol
Het hormoon cortisol wordt ook wel het stresshormoon
genoemd: het wordt normaal afgegeven in het lichaam bij een stress-reactie,
zowel als je schrikt, bij plotselinge pijn maar ook als je je oplaadt voor een
wedstrijd. Het hormoon zorgt ervoor dat bepaalde eiwitten in de spieren worden
afgebroken waarbij glucose vrijkomt, de suiker die het lichaam (en de hersenen)
nodig heeft om allerlei functies uit te voeren. Maar wanneer verhoogde
cortisolniveau’s te lang aanhouden, heeft dit juist negatieve effecten op het
lichaam, die mede de symptomen van overtraining veroorzaken. Wat onder andere
gebeurt is de afbraak van spieren en opslag van vet. Dit is nuttig tijdens een
wedstrijd die maximaal enkele uren duurt, maar op de lange termijn is dit zeker
niet wenselijk. Dit verklaart ook het verlies van spierkracht wat vaak wordt
gezien bij mensen met overtraining. Maar de preciese effecten van cortisol zijn
complex en lang niet allemaal exact duidelijk (2).
Genezen of voorkomen?
Wat wel duidelijk is, is dat er geen
snelle behandeling voor overtraining is. De enige remedie is rust, rust en
rust, en pas als de klachten helemaal verdwenen zijn weer beginnen met heel
rustig trainen. Maar beter is natuurlijk voorkomen dat je écht overtraind
raakt. Kortom: als je dergelijke symptomen herkent, neem ze serieus en blijf
niet keihard doortrainen omdat er nou eenmaal binnenkort een wedstrijd aankomt
- als je de klachten negeert kun je die hele wedstrijd wel op je buik
schrijven.
Commentaar
van Ineke
Een aantal aspecten uit het verhaal van Eva
zijn voor mij heel herkenbaar, zoals het
steeds minder kunnen presteren, verminderde activiteit van het immuunsysteem
(langdurig verkouden), afwisselend heel diep en heel slecht slapen en het gebrek aan eetlust. Ik viel dan ook
spontaan af, maar bij mij verdween er duidelijk ook vetweefsel, daar waar me
dat nooit eerder gelukt was. Op zich wel prettig, maar toch niet ‘gezond’.
Verder was het glucosegehalte in mijn bloed te hoog, wat volgens de sportarts kan
passen bij een hoog cortisolgehalte. Ik
vond zelf de literatuur daarover nogal verwarrend, omdat ook vaak (vaker?) een
te laag glucose gehalte beschreven wordt. Met rustig(er) aandoen en een strak
schema van mijn sportschool ging het eerst ook wel beter. Daarna nam mijn
kortademigheid weer steeds meer toe en kon ik zelfs niet meer gewoon op mijn
stadsfiets fietsen of trappen lopen.
Toen ik op weg van werk naar huis hijgend bij het eerste het beste
stoplicht stond heb ik de afslag naar de huisartsenpost genomen en werd ik
vervolgens naar het UMCG gestuurd. Eenmaal
daar lag ik binnen korte tijd aan de
zuurstof en werd vervolgens de diagnose longemboli gesteld (bloedstolsels in de longvaten).
Achteraf lijkt het waarschijnlijk dat ik na het verwijderen van de pennen uit
mijn elleboog (in februari) thrombose in mijn arm heb ontwikkeld en dat er van
daaruit steeds bloedstolsels naar mijn beide longen zijn gegaan. Geen wonder dat ik daarmee ook zonder veel
trainen al ‘overtraind’ werd.
Ik ben blij dat het plaatje nu compleet is
en hoop dat met het oplossen van de stolsels ook mijn longcapaciteit weer
terugkomt en ik weer (rustig) kan gaan
trainen voor het volgende seizoen.
Referenties:
2) http://firstendurance.com/2010/08/13/cortisol-and-overtraining-syndrome-why-an-athlete-should-care/
Dit artikel verscheen in de Tribune, het clubblad van
triathlonvereniging GVAV te Groningen