De pers in het Noorden stond er begin februari vol mee: “Eén Samaritaanse donor maakt drie simultane niertransplantaties mogelijk”. Huh – had deze persoon dan drie nieren? En hoe kan iemand na doneren van drie nieren nog leven? Het UMC Groningen waar deze transplantaties werden uitgevoerd, gaf in een persbericht duidelijkheid: het ging hier om een slimme uitwisseling van nieren tussen drie donoren en drie ontvangers. Door de extra donor konden de biologische eigenschappen van de donornieren aan de ontvangers “gematched” worden.
Niertransplantaties worden vrij veel uitgevoerd, maar er zijn decennia onderzoek nodig geweest om ze mogelijk te maken. De allereerste transplantaties werden uitgevoerd in de 50’er jaren met nieren van overleden personen. Later doneerde de eerste levende donor een nier aan zijn eeneiige tweelingbroer, die hierna nog 8 jaar leefde, de donor werd probleemloos 79. De arts Joseph Murray, die deze operatie uitvoerde, ontving in 1990 de Nobelprijs voor zijn werk. Hij wilde het biologische mechanisme achterhalen van het fenomeen dat cellen en organen vaak worden afgestoten na transplantatie.
Zo is het HLA (Human Leukocytic Antigen)-systeem ontdekt. HLA-antigenen bevinden zich op de oppervlakte van cellen. Ons immuunsysteem gebruikt HLA’s om onderscheid te maken tussen wat lichaamseigen en lichaamsvreemd is. Het HLA-systeem is een soort ingewikkeld bloedgroepensysteem, waarbij meerdere genen betrokken zijn (genaamd HLA-A, -B, -C enzovoorts). Deze genen zijn zelf heel variabel, zo zijn er van het HLA-A gen meer dan 700 verschillende varianten (allelen) bekend. Iedereen erft andere HLA-allelen van zijn of haar ouders, en zo zijn er totaal meer dan 1 miljoen verschillende HLA-combinaties mogelijk. Voor een succesvolle orgaantransplantatie moeten donor en ontvanger zoveel mogelijk dezelfde HLA-allelen hebben, maar dit is knap lastig met zoveel variatie.
De eerste niertransplantatie bij de tweelingbroers werkte goed omdat zij genetisch 100% identiek zijn en dus exact dezelfde HLA-allelen hebben. Murray en zijn collega’s ontdekten hoe het immuunsysteem van een persoon onderdrukt kon worden met medicijnen en straling om de normale afweerreactie van het lichaam te verminderen. Zo konden ook nieren tussen twee mensen met niet dezelfde HLA-genen (zonder exacte match) getransplanteerd worden. De donor en ontvanger moeten in ieder geval dezelfde allelen hebben voor de HLA-A, -B, -C en -DR-genen. Maar zelfs met deze minimale match is succes niet gegarandeerd, ook andere HLA-genen hebben (een kleinere) invloed. Hiernaast spelen ook andere factoren een rol, bijvoorbeeld of iemand ooit bloedtransfusies heeft gehad of zwanger is geweest. De ontdekkingen van Murray en anderen maakten niertransplantaties op grote schaal mogelijk, en waren de basis voor transplantaties van andere organen, cellen en beenmerg.
In Nederland zijn al meer dan 16.000 niertransplantaties uitgevoerd; het zijn er momenteel ongeveer 800 per jaar. Maar een triplet-transplantatie, zoals in het UMCG, was uniek. Deze drie transplantaties moesten tegelijkertijd uitgevoerd worden en dat vraagt wat logistiek van een ziekenhuis. ‘s Ochtends werd bij de drie donoren een nier verwijderd, ‘s middags werden deze getransplanteerd bij de ontvangers. Bij de operaties waren in totaal ruim zestig mensen betrokken: chirurgen, nefrologen, anesthesiologen, operatiemedewerkers, immunologen, verpleegkundigen. In Nederland was dit de eerste triplet-niertransplantatie, in de VS zijn dergelijke procedures (“daisy chains”) al eerder uitgevoerd met als hoogtepunt een tienvoudige “daisy chain” door één extra donor. Door meer nierdonoren, en meer van zulke Samaritanen kan in Nederland misschien ook ooit wel zo’n tienvoudige transplantatie plaatsvinden.
Dit artikel verscheen op wetenschapsblog Sciencepalooza en in de Groene Amsterdammer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten