maandag 2 januari 2012

Liever geen advies voor beginnende hardlopers


Iedere hardloper viel ooit in de categorie “beginnende hardloper”. Kun je je dit nog herinneren? Hoe ben je begonnen? Heb je je uitgebreid laten voorlichten bij een winkel gespecialiseerd in hardloopschoenen, of ben je bij een coach geweest? Ik zeker niet. Ik was 15, had geen fatsoenlijke hardloopschoenen, maar ik wilde toch met een mini-triatlon op school meedoen. Dat werd dus hardlopen op gympies. Na die eerste sportieve inspanning ooit, kreeg ik van mijn ouders echte hardloopschoenen. Het zou zo’n 8 jaar duren voor ik mijn tweede paar kocht. Pas nadat ik al 4 halve marathons en een handjevol 10- en 15-kilometerwedstrijden had gelopen begon ik met hardlooptraining met een trainer. Was dit een strategie die vraagt om blessures? Of juist niet?

Bij een winkel, een coach of een trainer, wordt de beginnende hardloper overladen met informatie over de beste schoenen, de beste manier om te lopen, en de beste trainingsschema’s. Ook hardloopblogs, websites en magazines staan vol met goedbedoeld advies, maar heb je daar als beginner echt wat aan? Wetenschapsredacteur Gina Kolata van de New York Times, een beginnende hardloopster, ging op zoek naar antwoord op deze vragen. Omdat ze geen advies wilde van sportschoenverkopers of coaches (die toch altijd een lichte tot sterke voorkeur hebben voor hun eigen merk of techniek) wendde ze zich tot mensen die (meestal) geen verstrengelde belangen hebben: sportwetenschappers.

Ze legde de vraag of het beter is om op je voorvoet of je middenvoet te landen voor aan Carl Foster, een hoogleraar in sportgeneeskunde in de VS. Foster is ervan overtuigd dat een lichaam altijd de energetisch meest voordelige manier van voortbewegen kiest, of je nou wandelt of rent. Dit is niet afhankelijk van een loopstijl, maar van de exacte bouw van je lichaam. Ook atleten hebben verschillende loopstijlen, en er is dus volgens hem geen “beste” manier van hardlopen.

De tweede onderzoeker waar Kolate bij terecht komt is Steef Bredeweg, sportarts bij, het UMCG in Groningen. Vanuit de afdeling sportgeneeskunde zijn in 2005 en 2008 onderzoeken geweest met beginnende hardlopers, die volgens een vast programma trainden voor de 4mijl of de Nacht van Groningen (zie http://www.hardlooponderzoek.nl/). Voor dit onderzoek werden de loper wel of niet onder begeleiding van een coach klaargestoomd voor een trainingsprogramma. Daarna volgden alle lopers hetzelfde hardloopschema en liepen ze de wedstrijd. In de tussentijd werd bekeken hoeveel blessures de beginnende sporters opliepen. Uiteindelijk bleek de interventie van de coach weinig uit te maken. Sommige mensen krijgen blessures, en anderen niet, en dat was niet afhankelijk van loopstijladvies.

Volgens een derde sportwetenschapper waar de journalist ten rade ging, Dr. Raglin, is hardlopen onderhevig aan mode en trends. Het ene moment, zegt hij, moet je op de voorvoet landen, en het andere moment wordt weer iets heel anders aangeraden. Sommige beginnende hardlopers klampen zich vast aan een advies of een schema, zeker als het hardlopen niet goed lukt of zij last krijgen van blessures. Maar, zegt Raglin, wat voor de ene beginnende loper een perfect programma is, is voor een andere een hel. Dus, is zijn advies, als een trainingprogramma niet werkt, probeer dan gewoon wat anders.

De uitkomst van het kleine semi-wetenschappelijke onderzoek van de New York Times journalist is: ga gewoon rennen, en sla al het advies in de wind. Mensen doen dit al sinds de oertijd, en de beste manier is de manier die voor jou het beste aanvoelt. “It’s just running”. Sorry coaches ;)

Het originele artikel staat op de site van de New York Times

Dit artikel verscheen in de Tribune, clubblad van triathlonvereniging GVAV te Groningen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten